zondag 18 augustus 2013

Van want(s)en weten...

Vrijdag 16 augustus, een warme zomerdag, 22 graden en een licht briesje. Een mooie dag om er op uit te trekken. Ik begaf mij naar één van mijn favoriete natuurgebieden, het Spaarbankbos nabij Hoogeveen. Toen ik het bos met mijn fiets inreed zag ik een open plek waar ik eigenlijk nog nooit ben geweest om op insectenjacht te gaan. Ik reed altijd dit gebied voorbij en begaf mij in een ander gebied in de buurt. Maar nu besloot ik toch maar even te kijken. Het gras stond hier op kniehoogte. Hier en daar stonden brandnetels en groepjes boerenwormkruid met gele bloemen te stralen in de zon. In en op deze bloemen kunnen nog wel eens kevertjes schuilhouden. Een groot deel van het gebied was begroeid met reuzenberenklauw. De meeste bloemen hiervan waren al uitgebloeid, maar desondanks kunnen hier toch nog leuke insecten te vinden zijn. En warempel... een prachtige wants met strepen over zijn kop- en halsschild. 
Al gauw zag ik dat het een nimf (insect in een jong stadium) was. Zijn dekschilden en vleugels waren nog niet goed ontwikkeld. Deze heb ik nog nooit gezien en verwachtte een voor mij nog onbekende soort te hebben waargenomen.
Een eindje verderop zag ik een tweede exemplaar, deze zat eveneens in een bloemenscherm van de reuzenberenklauw.
Maar toen ik thuis probeerde te achterhalen welke prachtige wants ik waargenomen had, kwam ik erachter dat het een nimf was van de Pyjamawants (Graphosoma lineatum). De nimf lijkt dus verreweg niet op de volwassen wants. Gelukkig vond ik ook een volwassen exemplaar ( slechts 1). Op onderstaande foto's is duidelijk te zien wat de verschillen zijn.

Na het hele veld zo'n beetje doorzocht te hebben trof ik hier nog een aantal zevenstippelige lieveheersbeestjes, een veertienstippelig lieveheersbeestje en 2 schijnboktorren aan. Na deze "vangst" ben ik naar een andere locatie gegaan in het spaarbankbos; een vennetje waar veel libellen rondvliegen. Maar ik ging niet op jacht naar libellen. Ik doorzocht het lage struikgewas en zag in een struikje van hooguit 20 cm. hoog 2 wantsen zitten. Ook deze wantsen heb ik nog nooit gezien. 

Na enig google-werk heb ik deze wantsen niet kunnen determineren. Als laatste redmiddel heb ik het forum van waarneming.nl geraadpleegd. En hier wist men mij te vertellen welke wantsen ik heb waargenomen. Het bleken schildwantsen te zijn die geen Nederlandse naam hebben, namelijk: "Rhacognathus punctatus". Deze wantsen zouden vrij algemeen moeten zijn, maar worden zelden waargenomen. Dat klopt ook wel, want op het moment dat ik deze wants op waarneming.nl had geplaatst, werd mij duidelijk dat ik dit jaar de eerste waarneming had gedaan. En volgens de statistieken zijn er in 16 jaar tijd slechts 15 van deze wantsen waargenomen. Deze wantsen schijnen vaak in de buurt te zitten waar het Heidehaantje (Lochmaea suturalis) ook zit. Ik schat dat er hier wel honderden zitten.
Heidehaantje (Lochmaea suturalis)

Deze wants predeert (jaagt en doodt) op de larven van het heidehaantje. Ik ga deze week nog op zoek naar de nimfen van de "Rhacognathus punctatus".
Hiervan zijn namelijk nog geen waarnemingen gemeld. En hoop ze op de zelfde locatie te kunnen vinden.

Graag tot de volgende insectenserie 
En bedankt voor de leuke reacties op mijn vorig bericht!

donderdag 15 augustus 2013

Negentienpuntlieveheersbeestje

Vandaag ben ik op de fiets gestapt en ben naar het beekdalgebied de Oude Kene gereden. De Oude Kene is een prachtig natuurgebied nabij Hoogeveen in Drenthe. De Oude Kene is ontstaan door samenwerking van het Drentse Landschap, Waterschap Reest en Wieden, een aantal gemeenten waaronder Hoogeveen en de Provincie om het Oude Diep haar natuurlijke karakter waar mogelijk is terug te geven. Oude Kene is de nieuwe naam voor dit deel van het
beekdal van het Oude Diep. En in rap tempo groeien er nu in dit gebied allerlei planten waar natuurlijk ook allerlei dieren, vogels en insecten op af komen.

Vandaag ben ik er naar toe gereden voor maar 1 insect en wel de
Negentienpuntlieveheersbeestje (Anisosticta novemdecimpunctata).
Dit lieveheersbeestje heb ik 2 maanden geleden ( 17 juni) voor het eerst in dit gebied waargenomen. Zie mijn blog: Stippen (vervolg)

Natuurlijk hoopte ik vandaag dit kevertje hier weer te mogen zien. Ik had zo mijn twijfels, omdat het alweer 2 maanden geleden was toen ik hier dit kevertje had waargenomen. Ik vroeg mij af of ik op dit tijdstip uberhaupt nog kevertjes zou ontdekken. Maar na enig speurwerk kwam ik toch een egelskophaantje te zien. Dit is een bladhaantje dat alleen op riet of op de grote lisdodde te zien is. En even later kwam ik er meer tegen, toch nog kevertjes dus!
                                       Egelskophaantje (Donacia vulgaris)

Gelukkig had ik laarzen aan, anders had ik natte schoenen, sokken en voeten opgelopen. Even later zag ik tijdens mijn speurtocht iets kleins op een rietstengel bewegen. Het bewoog maar even en toen zat ie weer stil. Langzaam ben ik er naar toe geslopen, gewaad moet ik eigenlijk zeggen. En ja hoor... de negentienpunter! Mijn geluk kon niet op! Hij was er nog! Het zal wel niet dezelfde geweest zijn die ik 2 maanden geleden heb waargenomen. Daar waar 1 kever te vinden is zullen er wel meer zijn, zeg ik maar. Hij had zich verscholen onder een blad van het riet.
Dit miniscuul kleine diertje is slechts 3 mm. groot. En als je er geen oog voor hebt, dan zie je hem zo over het hoofd (lees: miniscuul klein kopje).


En zoals ik al zei, daar waar 1 kevertje is zullen er wel meer zijn! Ongeveer 20 minuten later op enige afstand van het eerste lieveheersbeestje zag ik een tweede op een lisdodde zitten. Ook deze zat aanvankelijk achter of liever gezegd in de oksel van een blad verscholen.

Hij is uitgesproken langwerpig, ook het halsschild is nogal opvallend. Op zijn kop zie je een merkwaardig patroon dat ons aan een bladmotief doet denken.
Zijn voedsel bestaat net als van zoveel lieveheersbeestjes, voornamelijk uit bladluis. 


Het diertje is tamelijk algemeen in het grootste deel van het land. In de noordelijke provincies is dit kevertje minder bekend. Ik had het geluk dit diertje weer aan te mogen treffen in de Oude Kene, een natuurgebied bij Hoogeveen, mijn woonplaats in Drenthe. 

Graag tot de volgende insectenserie 
En bedankt voor de leuke reacties op mijn vorig bericht!

dinsdag 13 augustus 2013

Bont schaapje

Als je de titel van dit blogje leest en je bekijkt de eerste foto's, dan zal je eerste reactie wel zijn: "Bont schaapje?". Bont, ja! Harig, ja! Maar schaapje, nee!
Maar toch is het een bont schaapje, geen schaap met 4 poten of één met vijf poten, maar zelfs meer!


Het is de rups van het Bont schaapje (Acronicta aceris), een nachtvlinder! 
De nachtvlinder ziet er niet zo spectaculair uit als de rups. Hier heb ik helaas geen foto van. Maar wel van de rups, erg mooi!



Hij zat opgekruld onder een blad. Nadat ik het blad omdraaide en er een foto van ging maken viel hij op de grond. met een klein takje heb ik hem weer op een blad geplaatst.



Uiterlijk van de rups volgens
'Thieme's rupsengids' van D.J. Carter en B. Hargreaves

Tot 40 mm; lichaam grijsachtig bruin, bedekt met dichte penselen van lange, lichtgele of oranje haren en op de rug vier paar roodachtige haarborstels; over het midden van de rug een rij zwartgerande, ruitvormige, witte vlekken; kop donkerbruin.




De opvallend gekleurde en sterk behaarde rupsen tref je vanaf juni tot oktober aan, verpoppen zich meestal in dood hout; ze knagen daarin een gang waarvan de uitgang wordt dichtgemaakt met zijde. De soort overwintert als pop, soms meerdere jaren.
 

Graag tot de volgende insectenserie 
En bedankt voor de leuke reacties op mijn vorig bericht!