maandag 26 november 2012

Vuurwants - Fire bug - Gendarme

Op dit moment zijn er weinig insecten te bespeuren. Daarom wil ik één van de mooiste insecten die ik in 2012 heb waargenomen in de spotlights zetten. Omdat ik hem zo mooi vond, heb ik dit diertje ook in mijn logo voor dit blog gebruikt. Het is de vuurwants (Pyrrhocoris apterus). 
De vuurwants is een bontgekleurde soort die een overwegend helder rode kleur heeft met een karakteristiek patroon van zwarte lichaamsdelen en vlekken en hieraan is te herkennen. De wants komt in grote delen van Europa voor en is ook in België en Nederland te vinden. 
De wants is voornamelijk een planteneter die soms dode of levende insecten eet. De wants kan niet vliegen en is soms massaal aan te treffen bij lindebomen en andere planten die gegeten worden. 
 In Engeland wordt ie "Firebug" genoemd en in Frankrijk "Gendarme"

De nimf (onvolwassen wants) heeft met zijn onvolgroeide dekschilden een heel ander uiterlijk dan de volwassen wants.
(zie foto hieronder)

donderdag 15 november 2012

Zevenstippelig lieveheersbeestje - ladybug - coccinelle

Dit lieveheersbeestje trof ik vanmorgen aan op de stoep. Om een shoot van dit kevertje te kunnen maken heb ik hem op een blaadje geloodst.
Het zevenstippelig lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata) is een kever uit de familie lieveheersbeestjes (Coccinellidae). Het is door de opvallende kleuren, de onschuldige en weinig schuwe natuur en het algemene voorkomen één van de bekendste kevers van westelijk Europa. Het zevenstippelig lieveheersbeestje wordt soms gezien als brenger van geluk en is zelfs een symbool tegen zinloos geweld.


De kever is als larve en ook als volwassen insect een felle jager die voornamelijk bladluizen eet en is hierdoor geliefd bij tuinders. De kever wordt wereldwijd als biologisch bestrijdingsmiddel ingezet in kassen en boomgaarden om bladluizen te bestrijden.

 Het zevenstippelig lieveheersbeestje komt voor in grote delen van Europa en in delen van Azië. De kever is voornamelijk in zonbeschenen terreinen te vinden, beschaduwde omgevingen als bossen worden vermeden. De kevers houden in de winter een winterslaap en kunnen dan massaal in huizen worden aangetroffen. In België en Nederland is de soort algemeen en kan plaatselijk zeer talrijk voorkomen.

Het zevenstippelig lieveheersbeestje is één van de insecten die direct is te herkennen aan de helderrode dekschilden met altijd zeven zwarte stippen. Het aantal stippen heeft bij lieveheersbeestjes dus niets met de leeftijd te maken.

dinsdag 13 november 2012

Libellen - dragonfly - libellule

In dit blog zien jullie de libellen (glazenmakers en korenbouten), die ik in 2012 in Hoogeveen en omstreken heb waargenomen.

De glazenmakers (Aeshnidae) vormen een familie van echte libellen. Het zijn grote libellen van 60 tot 85 mm lang. Het achterlijf is donker met een lichtere mozaïektekening, of licht met een donkere rugstreep, zoals bij de geslachten Anax en Hemianax. De wetenschappelijke naam van de familie wordt abusievelijk wel eens als Aeschnidae gespeld. De glazenmakers zijn te onderscheiden van de nog grotere bronlibellen (Cordulegastridae) doordat de ogen elkaar voor een groter deel raken.

De naam is gebaseerd op de gelijkenis met glazenmakers uit vroeger tijden. Wanneer zij ruiten moesten repareren, dan droegen zij het glas in een raamwerk van latten op de rug waardoor het wel vleugels leken.
 Blauwe glazenmaker - Aeshna cyanea ( mannetje)
  Blauwe glazenmaker - Aeshna cyanea ( mannetje)

 Vroege glazenmaker  (Aeshna isoceles)

 Bruine glazenmaker (Aeshna grandis)-mannetje
Bruine glazenmaker (Aeshna grandis)-mannetje

De korenbouten (Libellulidae) vormen een familie van echte libellen. De kleinste echte libel, de zwarte heidelibel (29 mm), is een van de soorten uit de familie. De Korenbouten kennen 35 soorten in Europa, waarvan 21 in Nederland en België en zijn daarmee de soortenrijkste familie.
Korenbouten hebben opvallende kleuren en tekening, zodat het vaststellen van het geslacht meestal niet moeilijk is.
 Bandheidelibel  (Sympetrum pedemontanum)-man

 Bruinrode Heidelibel (Sympetrum striolatum)-mannetje

 Grote keizerlibel (Anax imperator) (mannetje)

 Paardenbijter - (Aeshna mixta)

 Gewone oeverlibel-vrouwtje-  (Orthetrum cancellatum)

 Steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum)-mannetje

 Steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum)-vrouwtje

 Viervlek (Libellula quadrimaculata)-mannetje 
met extra donkere veeg ( vorm praenubila)

 Zwarte heidelibel (Sympetrum danae) - mannetje

 Zwervende heidelibel (Sympetrum fonscolombii)

 Zwervende heidelibel (Sympetrum fonscolombii)

 platbuik  (Libellula depressa)-vrouwtje


vrijdag 9 november 2012

Mestkevers



Mestkevers behoren ook tot de bladsprietkevers (zie deze blog). Deze kevers maken een bal van mest om er hun larven mee te voeden. Om de bal te maken werken het mannetje en vrouwtje samen. Hoewel....het mannetje rolt het meeste, terwijl het vrouwtje er een beetje “bijhangt”. Ze zoeken een zachte plek in de grond om een gangetje te graven. Daar paren ze, maken de bal klaar voor gebruik en daarna legt het vrouwtje haar eitjes erin. De larven leven in de grond van de mestballen of van plantenwortels en -afval.

Al in het oude Egypte vielen mestkevers om deze eigenschap op. Die dieren snappen waar het in het leven om draait, namelijk om het hergebruik van waardevolle stoffen. De Egyptenaren hebben hun mestkever, de scarabee, dan ook heilig verklaard. Tot op de dag van vandaag is het in Egypte de gewoonte om elkaar een beeldje van een mestkever te geven, bij wijze van gelukwens.
Mestkevers zijn over het algemeen krachtig gebouwd met stevige poten en een dikke chitinelaag die het achterlijf, het borststuk en de kop beschermt. Deze extra spieren en bepantsering maken dat de mestkever zwaar en niet erg snel is, en vaak niet kan vliegen. De kleur is zwart tot groen- of blauwachtig, tropische soorten kennen bontere kleuren. 

In Nederland en België komt een tiental soorten voor, met als typische vertegenwoordigers de bosmestkever (Geotrupes stercorarius) en de voorjaarsmestkever (Geotrupes vernalis).
 Bosmestkever (Geotrupes stercorarius)

 Voorjaarsmestkever (Geotrupes vernalis)

In heel de wereld komen er ca. 600 soorten voor, waarvan 77 in Europa. Zelf heb ik 4 soorten in Nederland ontdekt. 

 De gewone- of paardenmestkever (Geotrupes spiniger)

 Driehoorn mestkever (Typhaeus typhoeus)-mannetje
Zie ook deze blog in "de mooie natuur".

Bladsprietkevers (Scarabaeidae)



De meeste soorten hebben een rond, bol lichaam, korte tasters en grote, soms glanzende dekschilden, vaak met lengtegroeven en soms met beharing. Enkele bekende groepen zijn de mestkevers (zie deze blog), de penseelkevers en de meikevers. Bladsprietkevers hebben platte, waaiervormige uiteinden aan de tasters, hiermee sporen mannetjes en vrouwtjes elkaar op om te kunnen paren. De rozenkevers (Cetoninae) hebben een krachtige bouw, en vaak opvallend lange poten waarmee ze kunnen graven en zich aan takken of (voor het mannetje bij de paring) aan vrouwtjes kunnen vasthouden.
 Meikever-vrouwtje-(Melolontha melolontha)
Penseelkever (Trichius fasciatus)-Hoge Veluwe-Posbank

Bladsprietkevers zijn opvallende planteneters die overdag rondscharrelen. De larven leven in de grond en eten plantenwortels. Ze zijn bekend als engerlingen. De meikever is de bekendste bladsprietkever. Een paar andere bladsprietkeversoorten zijn kenmerkend voor de duinen. Het rozenkevertje komt veel voor op duinroosjes. Soms vreten ze die helemaal kaal. Dat gebeurt in juni. De grote julikever is een zeldzame soort die in dennenbossen in het kustgebied voorkomt.
 Gedeukte Gouden Tor (Protaetia cuprea)

  Rozenkever (Phyllopertha horticola)
 Deze kever wordt ook wel Johanneskever of tuinkever genoemd

 Kleine Julikever (Anomala dubia)

 Roestbruine Bladsprietkever  (Serica brunna)

donderdag 8 november 2012

Bladrolkevers

Bladrolkevers (Attelabidae) of kortweg bladrollers (niet te verwarren met de gelijknamige motten) onderscheiden zich van de verwante snuitkevers (familie Curculionidae) door het ontbreken van geknikte voelsprieten. Lengte 6-8 mm.

Kenmerken
Makkelijk te herkennen soort. Dekschilden en halsschild vuurrood. Zwarte kop heeft een zeer korte snuit, maar is juist sterk verlengd achter de ogen en enigszins halsvormig ingesnoerd.

Voorkomen
In loofbossen (
mei-september), niet zeldzaam in Nederland en België. 
Ca. 25 soorten.

Levenswijze
Het vrouwtje rolt wikkels bij voorkeur van bladeren van de hazelaar en doet dit op een heel aparte manier met een rechte snijcurve tot aan de bladnerf en dan aan de andere kant. Vervolgens wordt van de afgesneden bladhelften een langwerpig tonnetje gevouwen.

Dit jaar heb ik slechts 1 soort waargenomen: De hazelaarbladrolkever (Apoderus coryli). Deze heb ik op 7 juli, 9 juli en 15 augustus waargenomen.

Aaskevers

Aaskevers (Silphidae) leven op, in of van aas en dode lichamen van dieren. Het is een kleine familie bestaande uit ca. 300 soorten in heel de wereld, waarvan er 47 in Europa voorkomen. In 2012 heb ik 5 soorten en een larve van één van die soorten waargenomen.
Gewone doodgraver of krompootdoodgraver (Necrophorus vespillo)

Doodgraver (Necrophorus vespilloides)
Deze soort lijkt op de gewone, maar de oranje/rode vlekken zien er anders uit. 

De oranje aaskever (Oiceoptoma thoracicum)

De rupsenaaskever (Xylodrepa quadrimaculata)

Deze aaskever - Silpha spec. is moeilijk te determineren.
Het is of de tristis of de obscura)
 Dit is de larve van de Silpha tristis


woensdag 7 november 2012

Gewone wesp

Beste blogbezoeker, 
Allereerst, leuk dat je mijn nieuwe site "insectenwereld" bezoekt. Dit is naast de introductiepagina, mijn eerste bericht dat ik plaats op "insectenwereld". De komende tijd zal ik wel zoet zijn met het plaatsen van nieuwe berichten. Ik heb honderden insecten in 2012 waargenomen en gefotografeerd. Maar vandaag wil ik mijn recentste waarneming plaatsen. Vanochtend trof ik deze wesp, de gewone wesp (Vespula vulgaris), op het oude kerfhof in Hoogeveen aan. De meeste wespen zijn al dood, sterven meestal na de eerste nachtvorst, maar deze is nog springlevend. Ik denk dat deze één van de toekomstige koninginnen wordt. Alleen de koningin overwintert namelijk.